In de wijk is een collectieve loopsheid neergedaald, en dat is te merken aan Sam. Zijn ego is tijdelijk gegroeid, en daarmee ook zijn bewustzijn op ‘stoere waakhond’. U moet zich hier niet al te veel bij voorstellen, mijn hond is nul waaks, behalve in tijden van aantrekkelijke luchtjes. Ik had verwacht dat dit hormonaal gedreven gedrag minder zou worden met het stijgen van de jaren. Niets is minder waar, meneer is ruim negen en nog vol passie.
Het komt erop neer dat hij weken verkeert in een toestand van rusteloosheid. Hij piept, kreunt, zeurt en is tegendraads. Wanneer we dan eindelijk naar buiten gaan, verandert zijn recalcitrante houding binnenshuis in de categorie ‘kampioen plassen’ buitenshuis. Twintig keer plassen wordt vijftig keer plassen. Vanaf de twintigste keer is het nauwelijks nog een druppel. Om zijn odeur te verspreiden zet hij beide voorpoten stevig op de grond en maakt van zijn staart een kaarsrechte pijl. Met zijn achterpoten trapt hij recht naar achteren de graspollen de lucht in. Voldaan kijkt hij, met opgeblazen borst, of iemand dit sterke staaltje reu-ego gezien heeft.
Naast de vele plasjes dweilt hij zichzelf regelmatig voort over de stoep. Waarschijnlijk heeft een teefje hier in alle onschuld een aantrekkelijke markering achtergelaten. Als Sam niet ligt te dweilen, zit zijn neus vastgeplakt aan de stoep. Zo herinnert hij zich waar de lekkerste geurtjes zijn. Wanneer zijn neus alle geurtonen grondig doorgesnoven heeft, likt hij de stoep af. Ik ben overigens volledig buiten beeld, ik kan roepen wat ik wil. Het enige dat helpt, is hem aan de lijn nemen of flink doorlopen, hij volgt dan altijd. Echter, u weet: hoe ouder, hoe gekker, zo ook vorige week.
Sam is volledig in zijn eigen wereld, zijn neus aan het fietspad vastgeplakt. Ineens draait hij zich om en loopt een stukje terug. Ik pas mijn techniek toe en loop door, echter: meneer komt niet. Als ik omkijk, rent hij inmiddels in volle vaart richting de Peizerweg. Mijn hart staat stil. Ik schreeuw zijn naam, maar het is voor dovemansoren. Ik zet het op een rennen. Het lijkt erop dat hij de Peizerweg, daar waar de bussen te hard rijden, zonder kleerscheuren is overgestoken. Sam is terug naar de plek waar hij de avond ervoor kwijlend heeft lopen snuffelen en ik hem geïrriteerd meetrok. Een hardloper uit de wijk heeft de situatie door en houdt Sam tegen. Met mijn tong op mijn schoenen bereik ik het tweetal. Ik stamel dat mijn hond van de leg is en bedank de man dat hij Sam heeft tegengehouden. Hij kent het fenomeen, en vertelt dat hij zelf ook een hond heeft die stuitert in tijden van loopsheid.
Thuisgekomen gaat Sam moe en zeer voldaan op zijn kleed liggen. Alle paniek is hem ontgaan. Driekwartier sluit hij zijn ogen, om vervolgens verfrist en hyperalert weer wakker te worden. Het eerste binnensmondse brommetje klinkt, en het eerste zeurderige piepje is ook geleverd. We beginnen weer van voor af aan…
#hondenleven
