‘Mosterdgele poep dokter’, zucht ik. Inmiddels zijn de internist en ik op dusdanig goede voet dat als we bellen ik het symptoom verkondig en de internist meestal een bijvoeglijk naamwoord roept, passend bij de situatie. Variërend van vervelend, fantastisch, geweldig, pijnlijk of verdrietig. De begroeting en onze namen laten we achterwege. Na symptoom en bijvoeglijk naamwoord volgt een nauwkeurige beschrijving van de mosterdgele poep. Waarop de internist verdiepende vragen stelt, gevolgd door een weloverwogen advies. Het is zeer lastig om een hond met IBD* in balans te krijgen. Het gaat zogezegd met vallen en opstaan. Een stap vooruit, drie terug. Zorgelijk vind ik dat hij blijft afvallen en ook minder zelfverzekerd en weerbaar lijkt richting andere honden. De analyse die ik weet te formuleren heeft te maken met mijn oog voor detail. Ofwel als ik met Sam aan de wandel ben, heb ik een hyperfocus op zijn ontlasting. Dit zorgt voor ongemakkelijke situaties bij beide partijen. Honden hebben over het algemeen de neiging, Sam loopt daarin voorop, zeer schaapachtig te kijken als ze zitten te poepen. Hij kijkt me aan met een mengeling van schaamte en alsof hij groot onheil verwacht dat elk moment als een groot zwart monster uit de bosjes kan springen. Zodra de mosterdgele substantie geproduceerd is, doe ik een stap richting het lobbige hoopje en buig voorover voor een grondige keuring. Afhankelijk van het tijdstip heb ik een zaklamp in de aanslag. De hond staat beschamend op 1,5 meter mij te observeren. Je ziet hem denken, ‘die is knetterlijp’. Na een aantal weken van wandelingen in de natuur die, hoe ironisch, tevens mosterdgeel kleurt, bel ik de internist. ‘Mosterdgeel dokter, mosterdgeel’. ‘Verdorie’, zegt de dokter, ‘dat is niet zo’n mooie toestand’. Na een uitwisseling en beschouwing op de analyse, krijg ik een nieuw advies. Ik ben benieuwd welke kleur de komende weken onze uitlaatsessies zal kleuren. #hondenleven * Inflammatory Bowel Disease
De laatste week in mijn huis, donderdag is het zover, dan gaan Sam en ik over naar het nieuwe huis. Dozen staan gestapeld te wachten op de verhuizers. De boekenkast die achterblijft, ziet er wat verloren uit, zonder alle kleurige kaften en tierelantijntjes. De vensterbank is leeg en het valt me nu pas op hoe ruim de badkamer is zonder smeerseltjes, flesjes en zeepjes. De aanblik hiervan helpt bij het ‘onthuizen’, hoewel ik het al weken voor elkaar krijg om de hete brij van afscheid heen te draaien. Sam is ondertussen al dagen alert. Hij springt bovenop een verhuisdoos of wijkt niet van de mat bij de voordeur. Zodra de deur opengaat, rent hij naar de auto, wacht op het geluidje van automatische ontgrendeling, springt met een soepele sprong in de achterbak, waar het wachten wordt voortgezet. Hij verliest me geen moment uit het oog en slaapt daardoor weinig. De afgelopen twee weken heb ik mijn dagen flink volgepland, zodat ik niet hoef stil te staan. Stilstaan betekent het toestaan van he